Herinneringen aan het Max Euweplein

Schaakspel Max Euweplein

4e column van Christiaan van de Bruinhorst  

Herinneringen aan het Max Euweplein                                      

Ik zat vroeger op de schaakclub en rond mijn 11e of 12e was ik op mijn best en won ik een schooltoernooi; “Beste jongen” stond er op de gouden medaille. Dertig jaar later vind ik schaken nog altijd een van de mooiste spelen en mooiste denksport die er is. Kijk hardlopen is mijn grote passie en gezonde verslaving, maar als ik heel eerlijk ben is hardlopen ook best saai….eindeloos rondjes lopen op de atletiekbaan, in feite oersaai! Als je lekker in de natuur rondloopt is dat een stuk beter, maar toch, hardlopen is een vrij monotone, robotachtige gebeurtenis; sorry dat ik het zeg. Je kunt mij altijd wakker maken voor een halve marathon ergens in de wereld, maar ook voor een 10x 1000m op de atletiekbaan; ik weet dat het heel saai is, maar toch doe ik het. Zo werkt het vermoedelijk met een gezonde verslaving: het houd je letterlijk bezig. Waar ik wel vaak moeite mee heb is het eindeloos repeteren, herhalen, van diezelfde rondjes, over & over again!

Maar dan schaken, de serieuze denksport uit mijn jeugd. Ik speel het spel nog steeds met veel plezier, laatst nog tegen een van mijn beste vrienden; wij spelen geregeld tegen elkaar, meestal in het weekend, met diverse speciale biertjes erbij. Als ik mij echt focus en scherp ben, win ik meestal; maar als ik denk dat ik twee of drie dingen tegelijk kan doen, terwijl ik tegen hem schaak, of te diep in het glaasje heb gekeken, ben ik gezien. Dan word ik afgestraft en laatst zette hij mij schaakmat, terwijl ik meende alles onder controle te hebben en drie dingen tegelijk deed. Ik won de volgende schaakpartij wel weer, omdat ik mij gewoon concentreerde, zoals het hoort. Maar dat vind ik het mooiste aan schaken: het verveelt eigenlijk nooit, want je moet steeds blijven nadenken (tot je er geregeld gek van wordt!) en iedere schaakpartij is weer anders; geen stelling immers is exact hetzelfde.

Ik schaakte ook wel eens op het Max Euweplein. Ik herinner mij gelijk de partij tegen een oudere man met een glazen oog. Wij speelden op het plein met het reuzenschaakspel. De reuzenstukken en het glazen oog van mijn tegenstander leidden mij erg af. Tijdens ons urenlange spel zong de man met een zware, diepe stem als hij een goede zet deed. Zijn zang leek sprekend op een variant van Italiaanse opera. Maar als hij een verkeerde zet deed, dan wel een goede zet van mij niet op tijd zag, vloekte hij in een mij vreemde taal (volgens mij in het Russisich). Dat was beangstigend. Maar ik liet mij niet gek maken en wachtte geduldig af, tot hij een serieuze fout maakte. Na twee uur spelen maakte hij die grotere fout en verloor hij zijn Dame. De man vloekte en tierde, loerde naar mij met zijn glazen oog, stormde op mij af…..maar schudde mijn hand, mompelde iets wat leek op een oprechte felicitatie en droop af. Het Max Euweplein lag er prachtig bij die verloren middag in de lente, op een mooie zondag.

Een andere keer op het Max Euweplein schaakte ik tegen een Finse jongedame die amper sprak. Zij was bloedserieus, met de modieuze bril op de neus. Ik trachtte tijdens het schaken contact te maken met haar en een praatje te maken; maar zij lachte nerveus en beperkte zich tot korte knikjes. Maar ondertussen bleek zij een heel goede schaakster en sloopte zij gaandeweg mijn stelling; zij verschalkte zelfs een toren van mij. Ik verloor van deze raadselachtige toeriste uit Helsinki, die volledig in het rood gekleed was; alsof zij een soort dodelijke keizerin was uit het hoge Noorden (als bloed in de sneeuw), die mij als vermoeide en afgeleide koning van het bord mepte.

Nog een herinnering vanuit het Max Euweplein: die partij tegen die Indiase zakenman, die mij aanviel met zo'n beetje al zijn stukken, maar een paar foutjes maakte. Ik kon vol in de tegenaanval. Maar de lachende, vriendelijke man uit India was een goede schaker en we waren uren bezig! Op een gegeven moment werd het erg warm, zwetend deed hij zijn stropdas af en colbert uit. Onze lopers schampten elkaar diagonaal, onze torens walsten over elkaar heen, onze paarden sprongen over elkaar heen richting de hemel. Wij bleven beiden de reuzenstukken verschuiven, tot we uitgeput raakten en niet meer konden. Na 2,5u kon hij mij eeuwig schaak zetten, terwijl ik iets beter stond. Dus werd het remise, maar wat een mooie partij was dat zeg! Na die partij gingen wij uit eten bij een Indiaas restaurant en daarna wat drinken bij de L&B bar (List & Bedrog bar), vlakbij Leidseplein.

Max Euwe zelf was onze Nederlandse wereldkampioen van 1935 tot 1937. In 1935 werd hij uitgedaagd door de Rus Aleksandr Aljechin, die toen wereldkampioen was, terwijl Euwe eigenlijk gestopt was met schaken. Maar Max Euwe accepteerde de uitdaging en de briljante wiskundeleraar nam zelfs bokslessen, om zich fysiek voor te bereiden op de geestelijke tweekamp, van maar liefst 30 partijen in 80 dagen om de wereldtitel!

Daar denk ik de laatste tijd vaak aan, aan die schaakpartijen op het Max Euweplein met reuzenstukken van het dito schaakspel en de toevalllige toeristen of uitdagers die tegen mij speelden. En daarna liep ik gewoon weer mijn vele rondjes in het Vondelpark, zoals altijd; lekker monotoon en saai, zoals het hoort. Nou ja, saai, nee helemaal niet als ik er aan terugdenk: altijd reuring, wandelaars, fietsers, skaters, zwervers, maar bovenal vrouwelijk schoon om te bewonderen in het Vondelpark! Wat zou ik graag weer hardlopen in het Vondelpark komende zomer!

Deze column is opgedragen aan mijn vader

Blog Overzicht