Verdriet & glorie

Hier liep ik mijn PR op de marathon van Rotterdam in 2015!

De  6e column van Christiaan

Verdriet & glorie kunnen redelijk dicht bij elkaar liggen. De ene marathon is de andere niet. Ofwel 2014 was niet 2015. In 2015 liep ik de marathon van Rotterdam,  die ik sinds 2009 loop.  In 2009 was ik 30 jaar en liep ik mijn eerste marathon. Vanuit mijn rijke ervaring met halve marathons, maar de hele  was nieuw voor mij, inclusief de ontzagwekkende pijn na 30km en dan met name na 35km t/m het einde….ik  had wel eens een langere afstand getraind  destijds, maar een echte voorbereiding op een marathon deed ik niet. De eerste echte 30km die ik als voorbereiding liep op de marathon in april, was  in 2015, met de 30 van 'Groetuitschoorl-run'. In 2009 liep ik op mijn 30ste vertrouwd rond in Rotterdam t/m de 21,1km; daarna werd het steeds lastiger, pijnlijker, dodelijk vermoeider. Mijn vriendin Marieke en goede vriend Teun waren erbij in 2009, om mij door dik en dun te steunen en dat deden ze; zij hebben per metro mij diverse keren luidkeels aangemoedigd! Na de finish strompelde ik voort over de Coolsingel  en bezwoer hen nooit meer een marathon te zullen lopen. Wat een nare afstand!

In 2010 hield  ik mij aan mijn woord: ik liep dat jaar geen marathon,  alleen weer de vertrouwde halve marathons. Maar het bloed kruipt toch dikwijls waar het niet gaan kan en ja hoor, in 2011 stond ik weer aan de start van de marathon in Rotterdam. Dat was mijn 2e marathon ooit  en met iets meer wijsheid, ervaring en training liep ik toen 9minuten sneller dan in 2009. Ik liep elk jaar een stuk beter rond daar in Rotterdam en vanaf 2013 besloot ik om een zogenaamde ‘dubbel’ te  doen: twee marathons in het jaar, in het voorjaar en najaar. Toch bleef het een nare afstand en elke keer, zowel aan de start als aan de finish,  vroeg ik mij oprecht af: “Waarom  doe ik dit ook alweer?” Een  halve marathon is zoveel leuker, sneller en met name het herstel van een halve is veel makkelijker. Maar goed, uitdaging, jezelf opzoeken, je uiterste grenzen aftasten, tot het moment aanbreekt dat het niet meer leuk is; maar je moet en zult dan juist verder gaan, dwars door het rood, voorbij jezelf, dwars door jezelf heen…

In 2014 liep ik dus ook weer de marathon van Rotterdam. Ik was helaas zo`n 2 weken daarvoor even ziek geweest, een dag ofzo, maar ik was een dag bedlegerig (koorts). Als ik toen de wijsheid van nu had, zou ik nooit aan de start gestaan hebben toen. Maar ik had veel en goed  getraind, vele lange kilometers gelopen en ik ging voor een PR. Ik wilde heel graag die marathon lopen. En dus pakte ik die ochtend in april een van de vroegste treinen naar Rotterdam vanuit Alkmaar en stond ik aan de start, vastberaden om de marathon van mijn leven te lopen! Maar waar ik zonder problemen aan de start stond kwam ik al na enkele kilometers in de problemen….mijn tempo ging eraan. Ik liep met zware benen, begon te zweten. Lang verhaal kort: als je een paar weken voor een marathon even ziek bent  geweest, al was het maar één dag, dan ga je dus GEEN marathon lopen. Ik deed het toch en werd er keihard op afgerekend. Ik had na enkele kilometers kunnen en wellicht moeten  uitstappen. Maar weigerde en liep die marathon toen uit. Vraag  niet hoe. Met veel pijn, zwetend en zwoegend, maar ik heb die 42,2km uitgelopen. Ik heb inmiddels 13 hele marathons gelopen en deze tragische marathon is mijn slechtste van de reeks; qua tijd en qua ervaring. Waar ik in 2009 nog finishte in 3u29min. -mijn eerste beproeving!- finishte ik die pijnlijke keer in 2014 in 3:40:17; elf minuten langzamer. Maar belangrijker: ik heb toen bijna 42,2km met veel pijn rondgelopen. Uitstappen heb ik nog nooit gedaan tijdens een wedstrijd; of ik nou meedeed als recreant of wedstrijdloper, dat hindert niet. Uitstappen, nooit! Dus liep ik hem uit en liep ik met denkbeeldige tranen van verdriet over de vermaledijde finish. Uiteindelijk komt het goed, hield ik mijzelf voor. En bovendien beloofde ik mijzelf: “Volgend jaar kom ik hier terug te Rotterdam en ga ik een PR lopen!” Maar op korte termijn  was die warme zondag op 13 april 2014 een persoonlijk drama: pijn, verdriet, teleurstelling. Ik dacht dat ik mij goed voelde, maar ook al had ik maar één dag koorts gehad, ik werd er keihard op afgerekend. Er  leek echt geen einde te komen aan die uitputtende marathon. Ik liep hem uit en achteraf gezien niet eens een slechte tijd voor iemand die eigenlijk niet aan de start  had moeten staan.

Sport is niet leuk als je hard getraind hebt maar als het dan moet gebeuren faal je ineens. Tijdens die langdurige kwelling in 2014 moest ik meerdere keren denken aan die fatale 10km van Sven Kramer in Vancouver in 2010: ja die foute wissel ja. Wat nou als zijn niet oplettende coach gewoon zijn mond had gehouden en Sven naar het goud had laten schaatsen. Die gouden plak was gewoon voor Sven en hij had de ultieme plak bijna binnen; maar toen die schreeuw van zijn coach, als in een soort van nachtmerrie. Ik weet nog dat ik die race met verbijstering keek en die nacht de slaap slecht kon vatten. Zo hoort sport niet te verlopen, zo horen onze helden niet te falen, maar toch gebeurt dat dus ook. Verdriet en glorie zitten dicht bij elkaar. Toen ik weer genoeg hersteld was na het lijden van april 2014, ben ik hard gaan trainen. Om weer fit en hongerig aan de start te staan van de marathon van Rotterdam in april 2015. En ik stond er gewoon weer. Ik liep toen in 2015 een mooie PR van 3:03:00 (precies 3uur en 3minuten)! Ik heb mij nog nooit zo trots gevoeld als toen, maar natuurlijk speelde de nachtmerrie van het jaar daarvoor ook een belangrijke rol. “Dat nooit meer,” heb ik mij toen vaak bezworen, als een oneindige mantra.

En het jaar daarop, in april 2016? Toen bleek  ik weer in staat om een PR te lopen, in 3:01:35! Ik zat zo dicht tegen die grens van drie uur aan, maar het lukte net niet! Ik herinner mij dat ik toen die zondagochtend toevallig in de trein zat met coach Wil Does: de beste marathonloper die Hylas ooit had: hij finishte de marathon in New York in 2:32:21 in 1997 (nog steeds het clubrecord bij Hylas)! Ik liet mij door hem begeesteren. Door de aansporingen, tips en adviezen van coach Wil in de trein, maar ook de strakke km-tijden op een polsbandje die ik om hield tijdens de marathon, ging die marathon als een trein! Nou ja t/m 35km, daarna werd het toch weer steeds zwaarder voor mij om die 4:15 p/km vast te houden en liep ik een iets te groot verval op. Ik moest zwoegen en flink pijn lijden rond die 36km en mijn benen voelden als beurse boomstammen. Maar daar stond Wil Does rond km36 en hij riep: “Kom op Chris, het kan nog hè, kom op!” Hij bedoelde dat ik nog steeds onder de 3 uur zou kunnen finishen. Het kon nog! Ik raakte weer begeesterd, greep  een beker water bij een post en een stuk sinaasappel en probeerde het nog te halen. Maar ik kwam net te kort en finishte boven de 3 uur. Ik heb toen na de finish een half uur of bijna een uur fysiek gesloopt op een stenen  plateau gelegen, ergens nabij de Coolsingel. Lekker in de zon, want het is meestal veel te warm tijdens de marathon van Rotterdam in april. Ik was toen uitgeput en teleurgesteld in mijzelf: ik had alles gegeven en 13.9km p/u gelopen, maar het had 14.0 of 14.1km p/u moeten zijn. Dat hoort  dus ook bij sport. Verdriet en glorie liggen dicht bij elkaar. Maar een PR is een PR en gelukkig kon ik er `s avonds thuis trots op zijn. Ik had het toch maar geflikt op 12 april 2015.  Het was mijn moment van glorie geweest!      

Blog Overzicht